Een gevleugelde twist

Banale moorden zijn van alle tijden. Wij schrikken soms van het zogenaamde zinloos geweld. Maar vroeger was het schering en inslag. Dit verhaal is daar een mooi voorbeeld van. Een dispuut over een duif escaleert en eindigt in een moord.

De diefstal van de duif

Het anders zo rustige Buizingen wordt op zondag 4 mei 1879 opgeschrikt door een drama. Eentje met een banale aanleiding. Twee buren kregen het die namiddag aan de stok. Jan-Baptist Mathys beschuldigde de 34-jarige dagloner Pieter Deleener ervan dat hij twee van zijn duiven had gestolen om deze te verkopen op de markt van Halle. Deleener ontkende de beschuldigingen, maar dat zorgde er niet voor dat Mathys de zaak liet rusten.

De twee hadden die zondag, omstreeks half zes, elkaar al gevonden in de herberg De Nachtegaal. Deleener besloot de zaak te verlaten en ging naar een ander etablissement, deze van Jean-Baptist Vandebotermet. Daar zag hij enkele vrienden en ging hij aan het kaarten, nietsvermoedend dat de avond een gruwelijke twist zou kennen.

Mathys kwam binnen en bestelde een glas jenever dat hij snel uitdronk. Vervolgens ging hij achter Deleener staan. Hij legde zijn linkerhand op de schouder van zijn buur en stak hem een mes in de rug met zijn rechter. Aanvankelijk denkt de herbergier dat Mathys een vuistslag heeft uitgedeeld en zegt hem de herberg te verlaten. Het slachtoffer verlies echter snel en veel bloed, zodat hij al snel op de grond viel en niet veel later overleed in de herberg. Mathys kon nog even wegvluchten maar werd een uur later door de gendarmerie van Halle opgepakt. Hij bekende meteen.

Tevredenheid en spijt

Hij had volgens Het Handelsblad kort daarvoor afscheid genomen van zijn vrouw, nadat hij de moord had bekend. Maar tegen de gendarmen en het parket toonde hij aanvankelijk geen enkele spijt. Hij was blij dat hij zich gewroken had. Hij werd opgesloten in de Brusselse Karmelietengevangenis, die 5 jaar later zou vervangen worden door deze van Sint-Gillis. Uiteindelijk toonde Mathys wel berouw over zijn daden. Op 7 mei wordt het aanhoudingsbevel door de raadskamer van de rechtbank van Brussel bevestigd.

De assisenzaak

Op 24 juli komt de zaak voor het hof van assisen van Brabant. Mathys staat terecht voor opzettelijke doodslag met de bedoeling om te doden en met voorbedachten rade. Op de assisenzaak komt er nog een kwestie naar boven. Blijkbaar had Deleener Mathys in de ruzie ook nog beschuldigd van een rol gespeeld te hebben in de dood van zijn zus. Jeanne was in 1859 op 19-jarige leeftijd verdwenen. Ze wordt verdronken teruggevonden. Het wordt afgedaan als een noodlottig ongeluk, maar Deleener toont aan dat het hoofdstuk nog niet is afgesloten.

Overlijdensakte Jeanne Deleener

Deleener is duidelijk niet gediend met de beschuldiging. Hij roept de omstaanders en de herbergier als zijn getuigen in en zegt klacht te zullen indienen tegen Mathys. Hij roept deze toe dat hij “hem zal hebben”, waarop zijn buurman hem antwoordt “Doe wat je wil. Ik zal je ook helpen”. Deze info geeft een andere dimensie aan de duiventwist. Het aanhalen van de dood van Jeanne deed duidelijk olie op het vuur.

Enkele opmerkingen die hij even later tegen een vriend zegt doen vermoeden dat hij kort daarna besloten heeft om Deleener te vermoorden. Of dat is toch de hypothese van de substituut van de procureur-generaal, M. Gilmont. De gebeurtenissen in de herberg worden in het verslag in Journal de Bruxelles nog wat verder uitgediept. Mathys zou volgens omstaanders ook hebben gezegd dat hij de gevangenis niet vreesde en toonde een mes met de boodschap dat hij zou moorden.

Er worden verschillende getuigen opgeroepen. Jean-Baptiste Mathys, verdedigd door meesters Maurice Goddyn en Frédéric Ninauve, ontkent dat er voorbedachte rade was. Verder meent hij ook dat hij niet verantwoordelijk was voor zijn daden, maar dat hij zodanig over zijn toeren was door hetgeen waarvan hij Deleener had beschuldigd.

De advocaten van de 27 verdachten van het Grand Complot

Trouwens, een kleine uitsmijter. Frédéric Ninauve zou ook deel uitmaken van het zogenaamde Procès du Grand Complot, als een van de 19 advocaten van de verdediging. Dit proces viseerde 27 verdachten, waaronder Alfred Defuisseaux, de voorzitter van de parti socialiste républicain, een scheurpartij van de Belgische Arbeiderspartij. Zij werden ervan beschuldigd om een opstand gepland te hebben tegen de instellingen van de Belgische staat. Ze zouden uiteindelijk vrijgesproken worden. Een iets meer spraakmakende rechtszaak dan deze duiventwist misschien.

Hier heeft de jury niet lang nodig en heeft Ninauve en zijn compagnon minder succes. Mathys is schuldig aan opzettelijke doodslag met de bedoeling om te doden en dit met voorbedachten rade. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf en moet de kosten van het proces betalen. De executie staat gepland in Brussel. Mathys hoort het verdict met enige kalmte aan, maar beslist toch in beroep te gaan.

De (niet-)doodstraf

Jules Bara, liberaal minister van justitie van 1865-1870

Jean-Baptiste Mathys mocht dan wel ter dood veroordeeld zijn. Hij had het geluk dat het verdict in 1879 viel. In het koninkrijk België was de doodstraf nooit echt populair. Leopold I gebruikte in de meeste gevallen zijn gratierecht. De liberale minister Jules Bara wilde de doodstraf volledig uit het strafwetboek te laten schrappen. Dat lukte niet. Maar hij kon er wel voor zorgen dat vanaf 1867 elke doodstraf via koninklijk genaderecht werd omgezet in levenslang. De laatste executie was 4 jaar eerder doorgegaan. Ondanks het feit dat hij niet moet vrezen voor de guillotine, zal Mathys niet hebben uitgekeken naar het leven in de gevangenis. Het Hof van Cassatie van 5 september verwerpt echter zijn beroep.

Een kort gevangenschap

Jean-Baptiste Mathys zal ondanks het vonnis niet lang in de gevangenis zitten. Op 26 april 1881 overlijdt hij in de gevangenis van Leuven. Zijn dood wordt aangegeven door eerste klerk Charles Maclot en bewaker Charles Vandergucht. De doodsoorzaak is niet gekend. Hij sterft op 41 jarige leeftijd, minder dan twee jaar nadat hij veroordeeld werd. Zoals dat hoort is de overlijdensakte te vinden in de registers van burgerlijke stand van Leuven en is de overgemaakte akte wat later te vinden in deze van Buizingen.

Dit bericht werd geplaatst in True Crime, True Crime in de Zennevallei en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie